Nicole de Moor: “Eerste pakket hervormingen voor gecontroleerd en rechtvaardig migratiemodel”

Publicatiedatum

Tags

Hervorming

Auteur

Nicole de Moor

Deel dit artikel

De ministerraad keurde vandaag een eerste pakket van hervormingsmaatregelen van staatssecretaris voor asiel en migratie Nicole de Moor goed.

Nicole de Moor: “Het status-quo op vlak van migratie is onhoudbaar. Hervormingen op zowel Belgisch als Europees niveau geven ons terug meer controle op migratie. Schrijnende situaties zoals die van vandaag wil ik niet meer zien. Met dit eerste pakket aan maatregelen slaan we de weg van hervorming in. Opvangplaatsen kunnen enkel nog toekomen aan wie in een asielprocedure zit, meewerken aan terugkeer wordt wettelijk verankerd, misbruiken worden aangepakt en zoals steeds moet: kwetsbaren worden beschermd.

Het eerste pakket aan wetgevende hervormingen bevat verschillende maatregelen voor een gecontroleerd en rechtvaardig migratiemodel. Opvangplaatsen woorden voorbehouden voor wie in een lopende asielprocedure zit en wie het land moet verlaten zal verplicht moeten meewerken aan terugkeerbegeleiding. Misbruik binnen gezinshereniging wordt tegengegaan. Tot slot wordt een oplossing geboden voor kwetsbare personen in specifieke situaties zoals staatloosheid. Hieronder een overzicht van de verschillende maatregelen.

Opvangwet: opvang voorbehouden voor wie het bedoeld is

Wie een negatieve asielbeslissing krijgt, moet de opvang voortaan binnen een periode van 30 dagen verlaten. Dat is gemiddeld ongeveer drie maanden sneller dan vandaag het geval is. Momenteel is het einde van de opvang gekoppeld aan het krijgen van een bevel om het grondgebied te verlaten. Dat zorgt voor onwenselijke situaties waarbij mensen na een negatieve beslissing andere procedures opstarten zoals een aanvraag tot regularisatie, om het bevel om het grondgebied te verlaten voor zich uit te schuiven. Zo konden zij langer in de asielopvang blijven, terwijl zij geen asielzoeker meer zijn.

De maatregel zorgt dat enkel nog wie zich in een asielprocedure bevindt, een beroep zal kunnen doen op asielopvang. Op die manier wordt de opvangduur structureel verkort. Momenteel bevinden zich een 1.000-tal personen in de opvang die na een negatieve asielbeslissing andere procedures hebben opgestart.

Tijdens de periode van dertig dagen na de negatieve asielbeslissing zal Fedasil, zoals nu ook het geval is, terugkeerbegeleiding voorzien om een vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst voor te bereiden. Andere procedures starten zal ook nog kunnen, maar enkel asielzoekers in procedure hebben nog recht op opvang.

Terugkeer verbeteren

Het aanklampend terugkeerbeleid dat de afgelopen twee jaar werd uitgebouwd wordt wettelijk verankerd. Jaarlijks krijgen tussen de 30.000 en 50.000 personen het bevel om het land te verlaten.  Een individuele begeleiding naar vrijwillige terugkeer of naar eventuele andere verblijfsmogelijkheden in ons land kan in dergelijke gevallen worden aangeboden. Die begeleiding gebeurt door ICAM-coaches. Gedwongen terugkeer met opsluiting in een gesloten centrum gebeurt pas in laatste instantie.

Nicole de Moor: “Het aanklampend terugkeerbeleid is een breuk met het verleden. We geven mensen niet zomaar een papier met het bericht dat ze het land moeten verlaten, maar zorgen voor een grondige terugkeerbegeleiding. Terugkeer is vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet. In onwettig verblijf in ons land leven is nooit een oplossing, niet voor de persoon in kwestie en niet voor de samenleving.”

Een medewerkingsplicht voor terugkeer wordt ingevoerd. De medewerkingsplicht houdt in dat wie het land moet verlaten, meewerkt aan de begeleiding door ICAM-coaches, maar ook dat men moet meewerken aan zijn identificatie, de nodige stappen zet om de noodzakelijke reisdocumenten te verkrijgen, meewerkt aan de organisatie van zijn reis, aan de noodzakelijke medische onderzoeken en aan het overmaken van medische attesten en certificaten. De terugkeer is vrijwillig als het kan en gedwongen als het moet. Een geloofwaardig en coherent asiel- en migratiebeleid veronderstelt dat elke beslissing tot overdracht, terugdrijving, terugkeer of verwijdering effectief kan worden uitgevoerd. Wanneer iemand niet meewerkt zal sneller worden overgegaan naar een gedwongen aanpak.

Om terugkeer vlot te laten verlopen, kunnen een aantal preventieve en minder dwingende maatregelen worden opgelegd. Die maatregelen worden wettelijk verankerd.

  • Preventieve maatregelen kunnen tijdens de termijn die de persoon krijgt om het grondgebied te verlaten worden opgelegd om elk risico op onderduiken te vermijden: zo kan een meldingsplicht bij de ICAM-coach, DVZ of politie worden opgelegd, of kunnen reisdocumenten in bewaring worden gehouden wanneer in het kader van de terugkeer een vlucht geboekt is, om te verzekeren dat de persoon deze vlucht zal kunnen nemen.
  • Minder dwingende maatregelen worden door DVZ bekeken in het kader van gedwongen terugkeer als alternatief voor opsluiting in een gesloten centrum. Het kan gaan om een meldingsplicht bij DVZ of de politie of een verplichte verblijfplaats die wordt opgelegd.  Wanneer duidelijk is dat dergelijke maatregelen niet volstaan, wordt overgegaan tot gedwongen terugkeer en opsluiting in een gesloten centrum.

Om gedwongen uitwijzingen sneller te kunnen uitvoeren, wordt de pool van escorteurs uitgebreid. Escortes zullen naast de politie en Frontex ook uitgevoerd kunnen worden door personeel van DVZ dat daartoe opgeleid wordt.

Tot slot wordt een duidelijker kader voorzien om meer tijd te hebben voor de Dublintransfer wanneer een asielzoeker ondergedoken is. Wanneer een asielzoekers al geregistreerd is in een ander Europees land, kan België die asielzoeker overdragen aan dat land. Die overdracht moet gebeuren binnen een termijn van 6 maanden. De Dienst Vreemdelingenzaken zal de termijn tot overdracht van asielzoekers aan andere lidstaten kunnen verlengen tot twaalf maanden indien de overdracht niet kan plaatsvinden wegens gevangenzetting (in een strafinrichting), en tot achttien maanden indien de betrokkene is ondergedoken.

Misbruik aanpakken

Enkel gezinshereniging met een Belgisch kind voor wie deelneemt aan dagelijkse zorg

Het wordt moeilijker om als niet-Belgische ouder van een Belgisch kind gezinshereniging aan te vragen met dat kind. Gezinshereniging zal voortaan enkel kunnen als de ouder kan aantonen dat hij of zij daadwerkelijk bezig is met de dagdagelijkse zorg van het kind. Het volstaat dus niet zomaar om ouder te zijn van het kind. Met die verstrenging wordt opgetreden tegen de praktijk van “bébé-papiers”, waarbij mensen kinderen maken of erkennen enkel en alleen om papieren te krijgen maar niet instaan voor de opvoeding van het kind. Ouders zullen bovendien hun recht op gezinshereniging kunnen verliezen wanneer ze niet langer deelnemen aan de dagdagelijkse zorg van het kind.

Voorbeeld: een Belgische moeder en een Senegalese vader hebben samen een kind. De Senegalese man is zonder wettig verblijf in ons land en ziet zijn kind maar sporadisch. Hij probeert een verblijfsrecht te verkrijgen door gezinshereniging aan te vragen met zijn Belgisch kind. Dat zal niet zomaar lukken. Enkel als hij deelneemt aan de dagdagelijkse zorg van het kind, zal hij een verblijf op basis van gezinshereniging met het kind kunnen krijgen.

Via een aparte maatregel ging de Moor al de strijd aan tegen schijnerkenningen van kinderen. Wanneer de erkenning van een kind in één gemeente wordt beschouwd als een schijnerkenning, zal dat worden ingeschreven in het Rijksregister. Op die manier kan men niet meer kunnen ‘shoppen’ tussen verschillende gemeentes in een poging om toch een erkenning te verkrijgen.

Uitbreiding cascadeverbod bij gezinshereniging

Het zogenaamde ‘cascadeverbod’ dat voorziet in een wachttermijn van twee jaar voor niet-EU-burgers die hier zijn via gezinshereniging met andere niet-EU-burgers, vooraleer zij zelf gezinshereniging kunnen aangaan met een nieuwe partner, wordt uitgebreid. Ook een niet-EU-burger die een verblijfsrecht kreeg als partners van een Belg of een EU-burger in het kader van gezinshereniging, zal voortaan onder dat cascadeverbod vallen.

Kwetsbaren beschermen

Ouders van minderjarige vluchtelingen krijgen verblijfsrecht

Soms worden kinderen erkend als vluchteling omdat ze bescherming nodig hebben, terwijl dat voor hun ouders niet het geval is. Het gaat dan bijvoorbeeld om meisjes die het slachtoffer dreigen te worden van genitale verminking in hun land van herkomst. Het is uiteraard niet wenselijk om ouders en kind van elkaar te scheiden. Vandaag kunnen ouders in dergelijke gevallen beroep doen op de humanitaire regularisatie om in België te kunnen blijven bij hun kinderen. Daarvoor dient regularisatie echter niet. We creëren daarom nu een apart verblijfsrecht, via gezinshereniging, voor ouders van erkende minderjarige vluchtelingen.

Oplossing voor mensen zonder nationaliteit

Zoals voorzien in het regeerakkoord wordt een oplossing voorzien voor bepaalde staatlozen. Dat zijn personen die over geen enkele nationaliteit beschikken. Staatsloosheid kan bijvoorbeeld ontstaan door complexe regels, waarbij een kind in het buitenland geboren wordt en noch de nationaliteit van de ouders, noch die van het land van geboorte kan krijgen. In het rijksregister zijn momenteel 884 erkende staatlozen geregistreerd.

Staatlozen die al in België hebben verbleven, zullen voortaan een aanvraag voor een beperkt verblijf van 5 jaar kunnen aanvragen bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Die dienst vraagt voor de inhoudelijke beoordeling van het dossier het advies van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Indien de betrokkene na het einde van de periode van 5 jaar nog steeds aan de voorwaarden voldoet, zal hij een onbeperkt verblijf krijgen in ons land.

Tot nog toe moesten staatlozen een beroep doen op de procedure van humanitaire regularisatie.

Minderjarigen worden niet vastgehouden in gesloten centra, dit wordt wettelijk verankerd.

Hervormingen

Hervormingen, zowel op Europees als op Belgisch niveau, zijn noodzakelijk om tot een beter gecontroleerd migratiebeleid te komen. Staatssecretaris de Moor werkt aan structurele hervormingen op beide niveaus. Naast dit pakket aan maatregelen, werkt ze aan een volledig nieuw migratiewetboek om de huidige wetgeving die sterk verouderd en te complex is te vervangen. Daarnaast liet ze de verschillende asiel- en migratiediensten doorlichten in een audit. Daarmee gaat ze aan de slag om de diensten meer slagkracht te geven. Een eerste concrete stap is gezet met de creatie van de beheersstructuur voor ketensamenwerking tussen de diensten. De Moor werkt ook aan een blauwdruk voor een eengemaakte migratiedienst.

Naast structurele hervormingen blijft de Moor werken aan extra opvangplaatsen. Er wordt een containerdorp voor asielzoekers opgericht met 600 containers die beschikbaar zijn via het Europees Asielagentschap. Daarnaast heeft ze verschillende real estate bedrijven aangeschreven met de vraag of zij gebouwen of terreinen hebben die mogelijk geschikt zijn voor opvang.

De Moor neemt ook maatregelen om meer mensen uit de opvang te laten uitstromen. Zo zullen procedures van wie reeds langer dan drie jaar in de opvang verblijft, sneller worden behandeld. Een werkgroep zal die doelgroep opvolgen.

Tot slot voorziet de Moor bijkomende ondersteuning van lokale besturen voor lokale opvanginitiatieven. Zo wordt een aangepaste financiering voorzien op basis van forfaits en kunnen verhoogde tarieven worden ingevoerd voor de opvang van kwetsbare doelgroepen. De opzegtermijnen vanuit de overheid voor lokale opvanginitiatieven worden verlengd om op die manier meer zekerheid te bieden aan lokale besturen.

Blijf op de hoogte

Nicole de Moor: “Eindelijk sterkere Europese grenzen.”

Het Europees Asiel- en Migratiepact werd vandaag in de ECOFIN-raad finaal goedgekeurd als A-punt (zonder discussie). Daarmee is de laatste stap op wetgevend vlak afgerond. Staatssecretaris voor asiel en migratie, Nicole de Moor, liet er geen gras over groeien en bracht eind april al haar collega-ministers samen in Gent om met de uitvoering van dat Pact vaart te maken. De Europese Commissie stelt in juni haar overkoepelend implementatieplan voor. Elke lidstaat moet vervolgens tegen eind dit jaar een nationaal implementatieplan voorleggen. 

De Moor wil asielaanvragen van Moldaviërs en Congolezen zo snel mogelijk afhandelen

In de eerste vier maanden van dit jaar nam het aantal asielaanvragen uit Congo en Moldavië toe met respectievelijk 22 en 16 procent. Nochtans krijgen asielzoekers uit die landen maar zelden bescherming in ons land. Staatssecretaris voor asiel en migratie Nicole de Moor wil die dossiers zo snel mogelijk afhandelen. Sinds 1 februari bestaat daarvoor een fast-trackprocedure.

 

De Moor op conferentie in Kopenhagen: “Mensensmokkelaars veroorzaken tragedies en dat laten wij in de EU niet toe.”

Staatssecretaris voor asiel en migratie, Nicole de Moor, benadrukte op een conferentie in Kopenhagen (Denemarken) de nood aan partnerschappen met landen van herkomst en het voeren van de strijd tegen mensensmokkel. Samen met Europese collega’s en EU-Commissaris Ylva Johansson bespreken ze een versterkte aanpak.