De ministerraad ging vorige vrijdag akkoord met het voorstel van staatssecretaris voor asiel en migratie, Nicole de Moor, om in de toekomst meer specifieke Dublincentra voor terugkeer op te richten. De Dublin terugkeer is de hoogste sedert jaren, en dat onder moeilijke omstandigheden. Ondanks het feit dat heel wat lidstaten niet antwoorden op de vraag tot terugname heeft de Dienst Vreemdelingenzaken ook in 2023 de sterke stijging uit 2022 kunnen verderzetten.
In 2023 waren er 1241 effectieve overbrengingen naar andere EU-lidstaten waar de asielzoeker een procedure heeft lopen. De meeste overdrachten gebeuren naar Oostenrijk, Duitsland en Frankrijk.
Transfers |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 jan-feb-maart |
EU+ |
/ |
/ |
/ |
25783 |
/ |
12518 |
114493 |
13264 |
/ |
|
BE |
885 |
1479 |
1107 |
897 |
852 |
454 |
428 |
831 |
1241 |
318 |
In augustus 2022 richtte de Moor een specifiek centrum in Zaventem op om de terugkeer tussen de Europese lidstaten, de zogenaamde Dublin-terugkeer, te verbeteren. Deze was na corona immers totaal teruggevallen. Nu deze specifieke aanpak goede resultaten boekt, wenst de Moor de aanpak uit te breiden. De regering besliste ook deze centra in het beheer van de Dienst Vreemdelingenzaken onder te brengen, die daar de voorbije periode al voor samenwerkten met het Opvangagentschap Fedasil.
Nicole de Moor: “Het doorreizen van asielzoekers naar verschillende Europese landen, is wat er mis is met het Europese asielbeleid. Het nieuwe Europese Migratiepact zal ervoor zorgen dat deze mensen niet meer automatisch in onze opvangcentra terecht komen. Maar ook vandaag wil ik al maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat asielzoekers die onder de verantwoordelijkheid vallen van andere Europese landen, teruggestuurd worden naar die landen. Ons land staat al heel lang meer onder druk dan vele andere landen. Wij hebben absoluut geen opvang op overschot. Het is niet houdbaar dat wij in België mensen moeten opvangen waarvoor andere landen verantwoordelijk zijn.”
Sneller duidelijkheid
Europese Dublinregels bepalen dat het land waar men het eerste asiel aanvraagt verantwoordelijk is voor de asielprocedure. In het centrum wordt de Dublinprocedure op gemiddeld 32 dagen afgehandeld, 28 procent sneller dan buiten het centrum. Hoe sneller de procedure gaat, hoe meer kans dat de verantwoordelijke lidstaat akkoord gaat en iemand kan overgedragen worden. De versnelde behandeling van Dublindossiers, zorgt dat asielzoekers met procedures in andere landen, snel duidelijkheid krijgen over welk land verantwoordelijk is. Indien zij onder de verantwoordelijkheid vallen van een ander land, moeten zij in dat land hun procedure verderzetten en moeten zij ook de opvang verlaten.
Staatssecretaris voor asiel en migratie Nicole de Moor: “Ik vind het niet houdbaar dat asielzoekers die in andere Europese landen een procedure hebben lopen, nog eens een procedure opstarten in België. Dat zet enorme druk op ons opvangnetwerk. Elke maand gaat het om de omvang van een klein asielcentrum.”
Met de inzet van meer van dit soort specifieke centra voor terugkeer onder de Dublin regels kunnen we de terugkeer nog opdrijven. In 2022 kwamen er 2168 personen in aanmerking voor zo’n versnelde procedure en in 2023 waren dat er 4842.
Tegelijk toont de Moor zich tevreden dat haar terugkeerwet is gestemd door het parlement. Door deze wet krijgt de Dienst Vreemdelingenzaken meer mogelijkheden om dwingende maatregelen op te leggen aan wie niet meewerkt aan terugkeer. Dat geldt ook voor Dublin terugkeer naar andere EU-lidstaten. Als de persoon niet wenst mee te werken kunnen bijvoorbeeld identiteitsdocumenten in bewaring genomen worden zodat de terugkeervlucht beter kan voorbereid worden.