Staatssecretaris voor asiel en migratie Nicole de Moor, heeft vandaag tijdens de European Conference on Border Management in Athene haar voorstellen voor beter gecontroleerde Europese grenzen uit de doeken gedaan bij collega-ministers.
22 Europese landen nemen deel aan de conferentie die wordt georganiseerd door Griekenland, Litouwen, Polen en Oostenrijk. De conferentie geeft aan de bevoegde vakministers voor asiel en migratie de gelegenheid om te werken aan de concrete uitvoering van de conclusies die werden aangenomen tijdens de Europese Raad over migratie op 9 februari.
Naar schatting 20 procent van de mensen die de Europese grenzen oversteken wordt niet geregistreerd. Velen reizen na een irreguliere grensovergang door binnen de Europese Unie. Onder meer België wordt daardoor geconfronteerd met een onevenredig hoge asieldruk.
Voor de Moor is het duidelijk dat een gecontroleerd asiel- en migratiebeleid begint aan de buitengrenzen. Ze pleit in Athene voor beter gecontroleerde grenzen en betere grensprocedures. “Iedereen die de grens oversteekt moet geregistreerd worden. Daarvoor moet je grenzen controleren via patrouilles, met camerabewaking, en op sommige plaatsen met fysieke barrières. Daarnaast heb je beter georganiseerde grensposten nodig waar nagegaan wordt of aan de voorwaarden wordt voldaan, waar bescherming kan worden aangevraagd en waar iedereen die oversteekt wordt geregistreerd en gescreend.”
Op Europees niveau bestaat een plan voor een snelle screening en registratie aan de grens binnen een termijn van maximum 5 dagen. Die houdt een identiteitscontrole, medische screening, kwetsbaarheidscheck, veiligheidscheck en registratie in voor wie niet over een visum beschikt (bijvoorbeeld asielzoekers).
De Moor wil dat aan die snelle screening ook een verplichte grensprocedure gekoppeld wordt voor nationaliteiten met een lage kans op erkenning. Die procedure houdt een snelle behandeling van asielaanvragen aan de grens in. Wiens aanvraag afgewezen wordt, kan dan vanaf de grens worden teruggebracht naar het land van herkomst. Wie asiel krijgt of wiens verzoek verder moet worden behandeld, wordt via een eerlijke spreiding toegewezen aan een Europees land.
De grensprocedure bestaat al in sommige landen, waaronder België. Wie op de luchthaven van Zaventem asiel aanvraagt doorloopt die procedure. Wanneer de situatie van de aanvrager klaar en duidelijk is, wordt een beslissing genomen binnen een termijn van één maand. Indien verder onderzoek nodig is worden die personen alsnog doorgestuurd naar de klassieke asielprocedure. De Moor vraagt dat een gelijkaardig systeem in alle lidstaten wordt toegepast.
De Moor: “Door meteen aan de Europese grenzen een snelle asielprocedure te voorzien voor nationaliteiten die weinig kans maken op asiel, vermijden we dat die mensen verder reizen en voor langere tijd in de asielopvang terecht komen. We geven heel snel zekerheid wanneer iemand duidelijk geen nood heeft aan bescherming. Op die manier kunnen de asiel- en migratiediensten hun aandacht concentreren op mensen die meer nood hebben aan bescherming.”
Het verbeteren van de grenscontroles en de invoering van verplichte grensprocedures gaan volgens de Moor hand in hand. Een goed gecontroleerde grens is een grens die wordt overschreden aan een grenscontrolepost. Daar moet iedereen die irregulier aankomt worden behandeld met inachtneming van de mensenrechten, maar ook meteen wordt toegeleid naar voorspelbare, duidelijke en snelle procedures.
Bezoek aan Griekse opvangcentra
Staatssecretaris de Moor brengt in de marge van de marge van de conferentie ook een bilateraal bezoek aan Griekenland. Ze spreekt er met de vertegenwoordiger van de VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR) in Athene en bezoekt in de stad ook een opvangcentrum voor minderjarige meisjes.
UNHCR krijgt financiële steun van België en is al vele jaren een belangrijke partner in Griekenland. Het zorgt ter plaatse voor de opvang en integratie van asielzoekers en vluchtelingen. De Staatssecretaris zal het met de vertegenwoordiger van de Hoge Commissaris hebben over de toegang tot de asielprocedure voor mensen die bescherming zoeken in Griekenland en over de organisatie van de opvang.
De Moor: “In een gemeenschappelijk Europees asielsysteem is het belangrijk te weten wat er in andere lidstaten gebeurt. Wij zien in België vaak asielzoekers en zelfs erkende vluchtelingen die doorreizen vanuit andere Europese landen, soms na een jarenlang verblijf in die lidstaat. Hier in Griekenland zie ik nochtans ook de belangrijke vooruitgang die is geboekt in de opvang en begeleiding van asielzoekers en vluchtelingen, onder meer dankzij de Europese steun aan het land.”
Later vandaag bezoekt de Moor een opvangcentrum in Athene voor niet-begeleide meisjes. Het is een samenwerking tussen de Griekse en Nederlandse NGO’s the Home Project en Movement on the Ground. Zij organiseren in totaal 14 opvanglocaties, gezien de grote nood aan dergelijke initiatieven in Griekenland. De organisaties halen kinderen van de straat en uit kampen en voorziet opvang, materiële en juridische steun en onderwijs in een huiselijke sfeer. De NGO’s doen ook aan jobcreatie en de helft van het personeel in de opvangcentra zijn zelf erkende vluchtelingen, een model waar ook de Moor interesse voor heeft.